Door

Anne-Fleur van der Heiden

Dit artikel verscheen eerder op Cleeft.nl

Pepijn Lanen: “Uiteindelijk weet je zelf wel of iets goed is of niet”

Ik rinkelde per Skype naar New York en kreeg Pepijn Lanenvan de Jeugd van Tegenwoordig aan de lijn. Ik wilde hem graag het hemd van zijn lijf vragen, maar helaas, geen beeld; dan maar proberen te focussen op de inhoud. Deze maand verscheen zijn romandebuut ‘Naamloos’. Voor CLEEFT sprak ik met hem over zijn boek en zijn ideeën over het schrijverschap: “Uiteindelijk weet je zelf wel of iets goed is of niet”.

Is het niet moeilijk om vanaf de zijlijn toe te kijken hoe je boek in Nederland wordt ontvangen?

Nou nee, ik vind het eigenlijk wel rustig. New York is heel vet. Ik hoef niets, ik kan hier elke dag chillen met mijn zoontje, snoep eten, wat rennen, en sinds kort heb ik een column. Ik heb de lusten van het schrijven, maar niet de lasten zogezegd.

Je schrijft over een personage dat aan het verdwijnen is; hij weet zijn naam niet meer, hij heeft geen eigen huis, geen laptop, geen telefoon en geen ID en bevindt zicht ook nog tussen twee banen in. Hij besluit een maand niet te drinken en belandt in een mentale wachtkamer vol paniek. Waarom heb je voor het thema leegte gekozen?

Ik vind dat een interessant gegeven, iemand die zijn naam niet meer weet, die de namen van zijn ouders is vergeten en niet meer weet waar hij woont. Het interesseerde me, ik begon met schrijven en het voelde logisch dat hij, ‘Naamloos’, een maand niet zou drinken. Het verhaal is al schrijvende ontstaan.

Wat ook opvalt, is de romantische verhaallijn. De jongen valt als een blok voor een vrouwelijke knight in shining armor. Geloof je erin dat we anderen nodig hebben om onszelf te redden?

Ja, daar geloof ik in. Het is echt zo. Met zijn tweeën ben je meer dan twee keer alleen. De dingen die hij kwijtraakt zijn niet belangrijk. De grotere boodschap is: love will conquer the world.

Je hebt de tijdsgeest niet geschuwd met het noemen van merknamen: Mars, Sheba, Paradontax, Veuve Clicquot, etc. Ben je niet bang dat mensen later denken: waar heeft deze schrijver het over?

Daar heb ik geen seconde over nagedacht eigenlijk, maar het is ook wel leuk toch, zo? Als ik in de winkel sta en ik wil een Mars of Snickers kopen dan denk ik niet: ik ga een snoepreep aanschaffen. Ik heb in deze de logica de voorrang gegeven op het eeuwige. Maar tuurlijk wil ik een boek schrijven dat bestaat tot in den eeuwigheidDe nieuwe Bijbel, het Nieuwe Testament, let’s go.

Je wordt vergeleken met Brusselmans, Erik-Jan Harmens, Bukowski, en Brett Easton Ellis, dat is al bijna de status van De nieuwe Bijbel?

Ja, het is niet iets dat ik zelf heb verzonnen, dat heeft de uitgeverij gedaan voor de promo. Dat hoort blijkbaar. Tijdens het schrijfproces werd dat niet tegen me gezegd.

Welke van bovengenoemde schrijvers heb je gelezen?

Het werk van Brusselmans ken ik wel goed. Bukowski en Erik-Jan Harmens ken ik ook wel, maar heb ik niet gelezen. Brett Eston Ellis vind ik vet, alleen weet ik niet of mijn werk daarop lijkt.

Misschien word je kritischer gelezen omdat je bij de Jeugd van Tegenwoordig zit?

Hoeft niet per se. Omdat mensen me al kennen heb ik ook een groter draagvlak en de bereidheid dat mensen het willen lezen. Misschien is het voor recensenten wel lastiger dat ik ook nog iets anders doe. In zekere zin maakt het voor mij niet uit of ik wel of niet gerecenseerd word. ‘Naamloos’ verkoopt best wel goed en wordt wijdverspreid. Uiteindelijk weet je zelf wel of iets goed is of niet.

Maar er is diep in je hart toch wel iemand van wie je graag een compliment zou krijgen?

Nee, dat weet ik echt niet. Ik ben vooral heel erg blij dat ‘Naamloos’ zo goed loopt. De verhalenbundel ‘Sjeumig’ vonden mensen tof, maar dat was ook geschreven op de lach. ‘Naamloos’ is anders geschreven, op een subtielere wijze. Het bereik is nog beter en ik ben blij dat er zoveel mensen zijn die het goed kunnen waarderen.

Wat houdt die andere, subtielere wijze in; de manier waarop je het hebt geschreven qua stijl of qua werkwijze? Bij beide boeken heb ik wel het gevoel gehad Pepijn Lanen te lezen.

Dat komt ook omdat ik ze heb geschreven, haha! Nee, maar de subtielere wijze gaat voor beide vragen op. ‘Sjeumig’ schreef ik met lange tussenpozen, als ik een verhaal af had dan duurde het soms weer een tijdje voordat ik een nieuw idee had. En het waren natuurlijk absurdistische verhalen. ‘Naamloos’ heb ik aan een stuk door geschreven, omdat ik bang was dat het anders ten koste zou gaan van de samenhang. Elke ochtend stond ik om zeven uur op, dan ging ik alleen ontbijten en deed ik geen andere dingen,  zoals mijn e-mail checken of zo. Een kopje groene thee erbij en daarna aan de tik. ‘Naamloos’ is ook in begrijpelijkere taal geschreven en ik heb ervoor gekozen het minder grappig te maken, omdat ik dat beter vond passen bij het thema en de hoofdpersoon.

Voor veel schrijvers is de uitgeverij heel belangrijk. Waarom heb je gekozen voorAmbo Anthos?

Het is zeker belangrijk. Je wilt niet iets los/vast tekenen, maar het gevoel krijgen dat iemand je verder helpt en nog een keer met je in zee gaat. Daarom is het fijn dat ‘Sjeumig’ ook is uitgegeven bij AmboAnthos. Een vriend van mij maakt omslagillustraties en kende de uitgever al. Ik heb nog wel met andere uitgeverijen om de tafel gezeten, ik kreeg bij allemaal een beetje hetzelfde gevoel en bij Ambo Anthosvoelde het dus goed.

Kunnen we nog een roman verwachten?

Ik denk het wel, alleen voorlopig even niet. Er liggen wel allemaal plannen, maar het duurt zeker nog één of twee jaar.

Je dronk zelf ook een maand niet tijdens het schrijven van je roman. Nog tips voor de mensen die ook een maand niet willen drinken?

Doe het. Heel simpel, het werkt bevrijdend en het is echt de moeite waard. Na twee weken ben je vergeten dat alcohol bestaat.

Leave a Reply